Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de koningen der aarde, [18]die met haar gehoereerd en weelde gehad hebben, zullen haar bewenen, en [19]rouw over haar bedrijven, wanneer zij den rook haar brands zullen zien; 18. Namelijk tot den tijd van haar val en uitroeiing toe. Waaruit blijkt, dat nog altijd enige prinsen en koningen met haar zullen samenspannen tot bevestiging van haar staat en bijgelovigheden, die dezen haren val zullen zoeken te stuiten en als hij reeds geschied zal zijn, ernstig doch tevergeefs zullen beklagen. 19. Grieks zichzelf slaan; namelijk op de borst van droefheid.